Waarom lummelen goed voor je is.
En vuurtjes stoken ook.
Welk blad ik ook opensla de laatste tijd, overal kom ik verhalen tegen over focussen. (Mmmm, hoe duidelijk kunnen de signalen zijn?! Dit zijn geen verborgen aanwijzingen meer, hier knippert een enorm zwaailicht!) Met al onze handige en leuke to-do lijstjes vergeten we die ándere kant van focussen nog wel eens. Het ONTfocussen. Ikzelf voorop.
Stiekem wéét ik het natuurlijk wel, dat mijn brein zo af en toe ook een beetje rust nodig heeft – maar kom daar maar eens om in tijden van drukte. Hoe gemakkelijk is het niet om alle leuke en ontspannende dingen opzij te schuiven omdat er van alles MOET (let wel, ook dat móeten praat ik mezelf aan!). En daarbij, wordt focussen niet meestal gezien als een begerenswaardige kwaliteit? En is in deze tijd van afleiding niet iedereen júist op zoek naar focus?
Minder focussen, meer effect
Hoe onverstandig dat is, de hele dag maar willen focussen, blijkt uit onderzoek. Minder focussen geeft juist méér effect. Overmatig focussen vermoeit het focusciruit in je brein. En put je niet alleen uit, maar zorgt er ook voor dat je minder goed samenwerkt bijvoorbeeld, impulsiever wordt of beslissingen minder goed doordenkt. Ah, da’s welkom nieuws als je een hoofd hebt dat de neiging heeft om ongeremd te blijven slurpen.
Een beetje anatomie
Ons hoofd werkt, heel kort door de bocht, als volgt. In ons brein hebben we focus – en ontfocuscircuits. Focusroutes richten zich op concrete feiten en strategieën. In de ontfocuscircuits vindt de onbewuste mentale activiteit plaats. Als je je realiseert dat het overgrote deel van onze mentale activiteit onbewust is (maar liefst 98%), begrijp je vast hoe belangrijk dit deel van onze hersenen is. En toch verwaarlozen we het, terwijl het juist in deze tijd, met al die prikkels, zo belangrijk is om voor dat deel van je hersenen te zorgen.
Lekker niksen dan maar? Mis!
ONTfocussen zorgt dat er een gebied in je brein wordt geactiveerd dat het Default Mode Network heet. Vroeger werd dat netwerk wel eens het ‘Does Mostly Nothing’ gebied genoemd. Geheel ten onrechte, want het DMN doet alles behalve lekker uitrusten. Het gebruikt in rust maar liefst 20% van je lichaamsenergie (en da’s veel als je je bedenkt dat inspanning 5% van diezelfde energiedvoorraad vraagt).
Geen vork maar een tandenstoker
Als je je focust, richt je je vooral op concrete feiten; je leeftijd en je beroep bijvoorbeeld. Waar je (metaforisch) bij het focussen vooral gebruik maakt van een ‘vork’ om voor de hand liggende gedachten op te p(r)ikken, gebruik je tijdens het ontfocussen heel ander en vooral ook meer ‘bestek’. Een lepel bijvoorbeeld om de mix die jij tot ‘jou’ maakt op te scheppen, de geur die hoort bij een knuffel van je vader bijvoorbeeld, of die eerste hap van een stoofpot op een herfstachtige dag. Eetstokjes helpen je om ideeën die in je hoofd sluimeren met elkaar te verbinden en een tandenstoker gebruik je om zelfs uit de hoeken en gaatjes van je brein lang vergeten herinneringen op te pikken. Alles wat jou tot ’typisch jij’ maakt (en dat is ook wat je motiveert en productief maakt!) bereik je via je ontfocuste brein.
Zorgvuldig balanceren
Zo zie je maar weer hoe belangrijk het is om tijd te nemen om even lekker te mijmeren, een dutje te doen, te breien, een beetje te schoffelen in de tuin of je te verliezen in een ontspannend boek.
Ontfocussen verhoogt je flexibiliteit, creativiteit en beslissingsvermogen. En maakt je veerkrachtig. Laat je dus nooit meer wijsmaken dat je ‘maar’ aan het lummelen bent.
Ontfocussen is heel hard nodig om te kunnen focussen, dus laat ze vooral hand in hand gaan en houd ze in evenwicht. Afwisselen tussen concentratie en dagdromen houdt je brein in topvorm.
Caroline
Zelf grijp ik heel graag naar mijn fototoestel als ik ontspanning zoek. Of ik duik in een boek.
Wat doe jij om je op te laden?
Wil je reageren?