Zo vind je weer vaste grond onder je voeten!
‘Two sisters, a notebook and a pencil, embracing the ordinary’.
Zo begon ik een aantal jaar geleden samen met mijn zus een blog.
Het was ons lang gedroomde toevluchtsoord. Een huis ver van huis, gevuld met getekende woorden en geschreven plaatjes. Een feestje om te maken. Bijna twee jaar lang stopten we onze ziel en zaligheid in onze stories. Niet omdat het moest, niet in opdracht, maar puur voor ons eigen plezier. Zonder haast. En zonder deadlines. Totdat… het echte leven de overhand nam.
Een energielek, een verhuizing, kinderen met rugzakjes… Temidden van een boel tumult verdween ons plezierproject ongewild in een denkbeeldige doos. We vertelden onszelf dat we onze kartonnen box vanzelf weer uit zouden pakken. Als alles om ons heen in wat rustiger vaarwater was beland. Een half jaar later stond de inhoud van bijna alle verhuisdozen weer op z’n plek. De borden in de keuken, gereedschap in de garage, de kleren in de kast. Maar die denkbeeldige doos… die bleef onaangeroerd. Hadden we het dan nog steeds veel te druk om onze speeltuin (want dat was het!) weer tevoorschijn te toveren? Het klopte zonder meer dat we onze handen vol hadden. Maar het was óók eng om de draad weer op te pikken.
Al die schrijfsels verstopt in een doos…
Hoe moesten we die te lijf?
Do it. Anyway. Anywhere.
Het duurde even voordat we ons allebei realiseerden dat ‘het circus van alledag’ waarover we schreven, ons leven ís.
En dat we het beschrijven en tekenen daarvan – net als ál die andere dagelijkse dingen – gewoon moesten doen in de gaten en kieren van ons bestaan. Simpelweg waar en wanneer het kan. Tussen alles en iedereen door. In stukjes en snippertjes.
En zo sleepten we onze box van zolder. Plantten we ons schrijfgerei op een klein tafeltje voor een raam. Zetten verse thee. Hesen het gordijn op. En zagen dat de viooltjes bloeiden. (En voordat je denkt dat het allemaal een beetje té rooskleurig wordt: hoorden ook onze kinderen elkaar uitschelden in de tuin…).
Voorzichtig maakten we de doos open. Alles was er nog. En lag vol verwachting op ons te wachten.
‘Leuke kriebels’ kregen de overhand.
We hoefden alleen onze schrijf-en tekenspieren maar op te warmen.
En weer te beginnen.
Bibbers en verzinsels
Je kunt 1001 excuses verzinnen om NIET te schrijven (te tekenen, te fotograferen, te schilderen of wat het ook maar is dat je áán zet en blij maakt). Ik werk fulltime. Ik moet eerst nog stofzuigen, de was doen, onkruid wieden en Kind Eén naar voetbal brengen. En o ja: Kind Twee heeft vanavond een dansvoorstelling. De kattenbak stinkt. Die verzekering loopt af. En eigenlijk is mijn leven maar bar saai. Het echte excuus komt meestal van dieper. En is vermomd als een stemmetje in je hoofd dat zegt: wie denk je wel niet dat je bent? Is wat je daar op papier werpt wel goed genoeg? Het is zijn ook twijfels en bibbers: waar moet ik beginnen? En hoe kom ik van a naar b? En daar heeft iederéén op z’n tijd last van. Ook schrijvers en tekenaars die er al heel wat vlieguren op hebben zitten (Yep, we raise our hands).
Samen. Amen.
Dat ik dat blog niet alleen maak, maar samen, is een feestje. En een uitkomst. Het is fijn om iemand naast je te hebben die enthousiast is. Die je stimuleert. Die je zelfvertrouwen geeft. Niet alleen wanneer het goed gaat, maar juist ook als je inspiratie ver te zoeken is. Of de woorden níet zo soepel uit je pen vloeien. Wat soms gebeurt…
Vriendelijke criticus
Toegegeven: schrijven vereist soms óók een beetje alleen-tijd, maar dat romantische beeld van ‘de schrijver’ in eenzame opsluiting op een droevige zolder is misschien net een beetje teveel van het goede. Inmiddels heb ik ontdekt dat schrijven veel leuker en béter is, als je er anderen bij betrekt. En je af en toe kunt aankloppen bij iemand die je een veilige plek biedt. Iemand die niet meteen met kritiek begint te strooien (Zou je niet liever…? Hoe kóm je erbij?), maar een vriendelijke lezer bij wie je je twijfels zonder een greintje schaamte op tafel kunt leggen. Iemand die ervan overtuigd is, dat wat je wilt schrijven er ook gaat komen. Iemand die op een constructieve manier naar je werk kijkt. De vinger precies op die zwakke plek legt waar je al over twijfelde. Iemand die je wijst op waar je afdwaalt en waar je béter kunt worden. Iemand die je niet verlamt, maar stimuleert!
Wel zelf. Niet alleen.
Met die gedachte in m’n hoofd ontwikkelde ik Samen Schrijven. Ik geloof dat iedereen kan schrijven. Maar óók dat je soms even een zetje kunt gebruiken. Net als een gebouw dat in de steigers staat, is schrijven een work in progress. Je kunt je bouwwerk helemaal alleen optuigen, maar ’t hoeft niet. Soms is ’t fijn om ’t samen te doen. En werkt dat gemakkelijker, leuker én béter. En dat is waar Samen Schrijven om draait: schrijven mét een beetje hulp. Je doet het zelf, maar niet alleen! Samen schudden we je schrijfspieren los en je woorden óp!
Caroline
Iets voor jou? Laat me weten waar je mee worstelt en schuif gerust aan op de veranda.
We vetrekken waar jij bent blijven steken en stippelen vanaf daar een route uit die precies past bij wat jij wilt bereiken!
Wil je reageren?